Over NCDAB

Het Nederlandstalig College van Deskundigen Architecten van België organiseert opleidingen betreffende de praktijk van het privé en gerechtelijk deskundigenonderzoek.

Tot haar opdracht behoren ondermeer:

  1. Vertegenwoordiging: de vertegenwoordiging van haar leden bij de Hoven en Rechtbanken, en haar medewerking aan het nationaal register van deskundigen. (WET van 10 april 2014, gewijzigd dd. 19/04/2017 &  19/06/2019)
  2. Kwalificatie: Het waarborgen van gekwalificeerde deskundigen die de deonthologische regels, vastgelegd bij Koninklijk Besluit 18 april 2017, kennen en naleven.
  3. Opleiding: Het geven van een Juridische opleiden aan kandidaat Gerechtelijk Deskundigen, noodzakelijk voor en hun inschrijving op het nationaal register (Koninklijk Besluit van 30 maart 2018), en hun effectief lidmaatschap bij onze vereniging.
  4. Nascholing: Het op peil houden en/of bijscholen van de technische en juridische kennis van haar leden, met algemeen aanvaard puntensysteem.
  5. Medewerking: meewerken aan de ontwikkeling van de regelgeving, de wetgeving of het NATIONAAL REGISTER van DESKUNDIGEN, en het bijsturen van de gebruiken, o.a. door participatie in de Federale Aanvaardingscommissie voor de afdeling bouw.
  6. Informatie: het informeren van particulieren, ondernemingen en instituten over de mogelijkheden zich te beroepen op deskundigen.
  7. Nationaal overleg: Enerzijds is er de samenwerking met onze Franstalige collega's van het CEAB, waarbij regelmatig wordt overlegd over de nationale materies en gemeenschappelijke posten als opleiding, lidgelden, e.d.m.


Anderzijds zijn wij lid van FEBEX, de algemene koepel der deskundigen-verenigingen, nl. De Federatie van Belgische Experten-verenigingen.

Woord van de voorzitter

Het NCDAB vzw groepeert en vertegenwoordigt architecten die door de rechtbank aangesteld worden als deskundige en ook optreden als privaat expert. De VZW vertegenwoordigt ook deskundigen die geen architect zijn en coöpteert hen als vakdeskundigen.

Door het opstellen en verspreiden van dit jaarboek, tracht het NCDAB vzw haar leden te promoten die de deontologische regels naleven en zich op regelmatige basis bijscholen zowel op juridisch als technisch vlak (vet gedrukt in de lijsten).

Onze ledenlijsten zijn online consulteerbaar en alle voorzitters van Rechtbanken ontvangen dit boek. Plus is het nationaal register van gerechtelijk deskundigen gestart, het welke u kan terugvinden op de site van FEBEX.

Alle kandidaat-leden die willen toetreden tot de categorie gerechtelijk deskundige of gecoöpteerd vakdeskundige, worden door onze aanvaardingscommissie zorgvuldig gescreend naar kennis en ervaring.

Een bijkomende toetredingsvereiste is de te volgen cursus “De praktijk van het gerechtelijk deskundigenonderzoek”. Dit is een driedaagse cursus die de geactualiseerde wetgeving over de theorie en de praktijk van het deskundige onderzoek behandelt.

Er worden colloquia en rondetafelgesprekken georganiseerd om specifieke probleemstellingen uit de praktijkervaring toe te lichten en procesmatig in detail te bespreken.

De ontwikkeling van de regelgeving, de wetgeving en de gebruiken zal, voor zover als mogelijk, via de overkoepelende federatie van Belgische experten (FEBEX) constructief worden bijgestuurd en dit in nauwe samenspraak met onze leden.

Regelmatig worden op colloquia en via onze nieuwsbrieven vragen rondgestuurd over ervaringen met de wetgeving en de praktijk als architect-expert.

Eenieder met een vraag of probleem over het deskundigenonderzoek in het algemeen (leden, maar eveneens niet-leden), kan steeds beroep doen op onze kennis en ervaring.

Men kan zich steeds wenden tot ons secretariaat (dat een permanentie garandeert gedurende 3 dagen per week), waar ons administratief team u vooreerst zal te woord staan. Indien nodig wordt uw vraag doorgestuurd naar het volledige team dat instaat voor het dagelijks bestuur van het NCDAB vzw.

Joost BEKE
Voorzitter van het Nederlandstalig College van Deskundigen Architecten België vzw

Doelstelling

Activiteiten van het NCDAB vzw

Het NCDAB vzw heeft als belangrijkste doel bij alle Hoven en Rechtbanken van België de aanstelling van haar leden, die speciaal zijn opgeleid tot gerechtsdeskundige te bewerkstelligen. Dit doel is ruim bereikt. Na ruim dertig jaar kan gerust worden gesteld dat ons beroep is erkend en het Nationaal Register voor gerechtsdekundigen bestaat, waaruit alle rechtbanken (Eerste Aanleg, Handel, Hof van Beroep, Correctionele Rechtbank) uitsluitend hun deskundigen mogen putten. Het feit dat de deskundigen in het algemeen verplicht worden vooreerst te slagen voor een aan onze cursus gerelateerde opleiding, zich permanent dienen bij te scholen, en onderworpen zijn aan hun deontologie vastgelegd bij KB, vormt voor de advocaten en voor het geheel van de magistratuur een aanzienlijke waarborg voor een perfecte beroepsethiek en competentie.

Het NCDAB vzw verzorgt deze noodzakelijke opleiding tot de toetreding tot het nationaal register, evenals regelmatige vormingslezingen voor haar leden, zowel op het vlak van de gerechtsprocedures als op dat van diverse bouwpathologie.

Het NCDAB vzw organiseert ieder jaar verscheidene rondetafelgesprekken en/of bijscholingsdagen om haar leden op de hoogte te houden van de evolutie in de wetgeving, de regels van de kunst en de nieuwe technieken. Vroeger geïnspireerd door het systeem van de advocaten, en heden een noodzaak voor het behoud der erkenning, is sinds 2004 een puntensysteem voor permanente vorming in voege. 

Het NCDAB vzw organiseert regelmatig informatiebijeenkomsten die open staan voor alle bouwgerelateerde deskundigen, en ook voor advocaten en magistraten.

Het NCDAB is stichtend lid van het Collège International des Experts Architectes (CIEA).

Het NCDAB is stichtend lid van FEBEX, het beroepsorgaan dat de meeste deskundigenverenigingen uit diverse beroepen in België groepeert. Haar doel is het bevorderen van het beroepsoverleg binnen het deskundigenberoep en bij de hervorming van het gerechtelijk wetboek in het bijzonder.

Het NCDAB is de eerste groepering die, na zelf voor de opleiding te hebben ingestaan, voor meerdere van haar leden een certificering (ISO 9001) heeft behaald. 

Het NCDAB heeft met de verzekeringsmaatschappij AR-CO een groepsverzekeringscontract uitgewerkt dat haar leden het voorrecht laat genieten een gemeenschappelijke polis BA-expertise te onderschrijven d.m.v. een forfaitaire premie.

Talrijke advocaten zijn sympathiserend lid van het NCDAB omwille van de interesse die zij voor haar activiteiten betonen.

Historiek

In 1963 werd de Orde van Architecten opgericht.

Het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België (NCDAB) werd op initiatief van de Nationale Raad van de Orde van Architecten (NROA) opgericht in 1982. Op 14 januari 1983 vond de installatievergadering van het NCDAB effectief plaats, in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de NROA, de Magistratuur en de Balie van Brussel, in de Gotische zaal van het Brusselse Stadhuis.

Op verzoek van de NROA stelde het NCDAB een organisatiereglement op, de voorloper van de statuten. De statuten werden destijds door de Nationale Raad van de Orde van Architecten goedgekeurd op 24 september 1982.

Het NCDAB voorzag toen zelfs een Koninklijk Besluit waarbij de oprichting van het College binnen de Orde van Architecten werd bekrachtigd.

Op vraag van de NROA heeft het NCDAB een deontologie opgesteld welke eigen is aan de uitoefening van de expertise. Deze deontologie werd in 2003 erkend door de NROA.

Het NCDAB heeft een vzw “Architectuur en Expertise” opgericht om de diverse opleidingsactiviteiten te kunnen opzetten voor haar leden en informatiesessies in te richten naar de architecten in het algemeen. De statuten van deze vzw werden vooraf door de NROA goedgekeurd.

In het kader van de splitsing van de Orde Van Architecten in 2005, werd ook in de schoot van het Nationaal College beslist om de splitsing verder uit te werken. Dit gebeurde gedurende het hele jaar 2006.

Op de Algemene Vergadering van 15 december 2006, werd de NCDAB in zijn oorspronkelijke vorm opgeheven. In de plaats kwamen er vanaf 1 januari 2007 een autonoom NCDAB vzw (Nederlandstalig College van Deskundigen Architecten van België vzw) en het CEAB asbl (Collège des Experts Architectes de Belgique asbl).

Tevens werd besloten om een Nationaal Overlegcomité in het leven te roepen dat de nationale materies zou bespreken en adviseren aan de diverse vzw’s. Dit overlegcomité komt in principe drie maal per jaar samen en wordt afwisselend voorgezeten door één van de vzw’s gedurende 4 jaar.

Na veel participatie en lobbywerk werd in 2104 het "Nationaal Register van Gerechtsdeskundigen" opgericht en ons beroep uiteindelijk erkend. En na enkele noodzakelijke wetswijzigingen is het register uitvoerbaar, en wordt het openbaar eind 2021.

Bestuur

Raad van Bestuur

Voorzitter: Joost Beke

 

Ondervoorzitter: Dominique Versluys

 

Secretaris: Kathy Vanhulle

 

Penningmeester: Egied Vandezande

 

Bestuurslid: Sylvie Beerten

 

Bestuurslid: Kris Minnen

 

 

Bestuurslid: Kris Vriens

 

 

Bestuurslid: Yoshi Craeye

 

 

Bestuurslid / Voorzitter aanvaardingscommissie:
Peter Goyens

 

Bestuurslid / lid aanvaardingscommissie:
Vincent Crolla

 

Bestuurslid / lid aanvaardingscommissie:
Willy Vander Laenen

 

Bestuurslid / lid aanvaardingscommissie:
Luc Rimanque

 

 

Lid aanvaardingscommissie:
André Bauwens

 

 

 

 

 

Onze deontologische regels

  1. INLEIDING
  2. TERMINOLOGIE
    • Tegenstelbaar deskundigenonderzoek
    • Eénzijdig deskundigenonderzoek
  3. OPFRISSING VAN DE DEONTOLOGISCHE REGELS VAN DE ARCHITECT, SPECIFIEK VAN TOEPASSING OP DESKUNDIGEN
    • Vereiste eigenschappen om op te treden als deskundige
    • Wat betreft de erelonen van de deskundige
    • Getuigenis
    • Betrekkingen van de deskundige met de technische raadgevers
    • Betrekkingen met de andere architecten
    • Samenwerking
  4. ALGEMENE REGELS TOEPASSELIJK OP DE ARCHITECT DIE OPTREEDT ALS DESKUNDIGE TUSSEN PARTIJEN OF ALS TECHNISCH RAADGEVER
    • Art 1. Beroepsuitoefening
    • Art 2. IJver bij het vervullen van de taak
    • Art 3. Discretie
    • Art 4. Onafhankelijkheid
    • Art 5. Betrekkingen met andere architecten en technische raadgevers
  5. AANVULLENDE REGELS TOEPASSELIJK OP HET TEGENSTELBAAR DESKUNDIGENONDERZOEK
    • Art 1. Redenen tot wraking
    • Art 2. Procedure
    • Art 3. Betrekkingen met de bij het proces betrokken partijen
    • Art 4. Betrekkingen tussen technische raadgevers
    • Art 5. Verzekering
  6. AANVULLENDE REGELS BIJ HET VERVULLEN VAN EEN OPDRACHT ALS TECHNISCH RAADGEVER
    • Art 1. Redenen tot wraking
    • Art 2. Objectiviteit
    • Art 3. Rol als bemiddelaar
    • Art 4. Betrekkingen met de confraters
    • Art 5. Betrekkingen tussen technische raadgevers
    • Art 6. Vertrouwelijkheid

 

I. INLEIDING

Deze tekst is een aanvulling op de deontologische norm van de architect. Hij legt de bijkomende regels en geplogenheden vast die van toepassing zijn aan het gerechtelijk en privaat deskundigenonderzoek. Meer bepaald wil hij de verhouding tussen de deskundige en de partijen bepalen, in het bijzonder wanneer de taak van één of meerdere architecten daarbij betrokken is.
Deze deontologische regels zijn dus van toepassing op elke architect die tussenkomt als deskundige.
Men maakt het onderscheid tussen twee soorten deskundigenonderzoeken:
Die waarbij een deskundige belast wordt met een neutrale taak, tegenstelbaar gemaakt ten overstaan van de verschillende aanwezige partijen. Het gaat dan om opdrachten als gerechtelijk deskundige, als scheidsrechter of minnelijk bemiddelaar.
In de overige gevallen komt de deskundige tussen als technisch raadgever van één of meerdere partijen, al dan niet in het kader van een betwisting. Men spreekt dan van een opdracht als technisch raadgever.


II. TERMINOLOGIE

A. Tegenstelbaar deskundigenonderzoek.
De deskundige tussen partijen is hij die, omwille van zijn ondervinding op beroepsvlak, tussenkomt tussen partijen met tegenstrijdige belangen, of belangen die als zodanig kunnen beschouwd worden, hetzij om een mening te formuleren, hetzij om beslissingen te nemen of om tegensprekelijke vaststellingen te doen, waarbij die opdracht hem kan toevertrouwd zijn door de rechtbank of door om het even welke overeenkomst afgesloten tussen de partijen, onafgezien van het feit of deze opdrachtals “deskundigenonderzoek”, “bemiddeling”, "bijstand” of anders beschouwd wordt.

B. Eénzijdig deskundigenonderzoek.
De technische raadgever is hij die zijn beroepsbekwaamheid inbrengt om een partij of zelfs meerdere partijen waarvan de belangen niet als tegenstrijdig kunnen beschouwd worden raad te geven, onafgezien van het feit of deze taak omschreven wordt als “raadgever”, “deskundigenonderzoek”, “bijstand” of nog anders.

 

III. OPFRISSING VAN DE DEONTOLOGISCHE REGELS VAN DE ARCHITECT, SPECIFIEK VAN TOEPASSING OP DESKUNDIGEN
Eigenschappen vereist om op te treden als deskundige
De architect die als deskundige optreedt moet vanuit zijn beroepspraktijk de nodige ervaring hebben opgedaan om de hem voorgelegde problemen op te lossen. Hij zal erover waken de hem toevertrouwde opdrachten met spoed, discretie en onafhankelijkheid te vervullen. (Artikel 9)
Wat betreft de erelonen van de deskundige
De architect die is tussengekomen als deskundige stelt een gematigde ereloonnota en kostenstaat op, en houdt daarbij rekening met alle elementen van de zaak, inzonderheid met de moeilijkheidsgraad en de omvang van zijn prestaties, met de belangen die in werkelijkheid op het spel staan en, in zekere mate, met de financiële draagkracht van partijen. (Artikel 12)
Getuigenis
Buiten het geval waarin hij geroepen wordt om te getuigen voor de rechtbank , mag de architect geen geheimen onthullen die hem werden toevertrouwd in het kader van zijn staat of zijn beroep. (Artikel 18)
Betrekkingen van de deskundige met de technische raadgevers
Wanneer op hem beroep gedaan wordt als technisch raadgever, zal de architect schriftelijk vastleggen in welke mate hij daarin tussenkomt, zodanig dat, vooraleer zijn taak aan te vatten, de respectievelijke rollen en verantwoordelijkheden worden vastgelegd van alle beoefenaars, verzekeraars inbegrepen, meer bepaald rekening houdend met de beschikkingen van de artikels 1792 een 2270 van het Burgerlijk Wetboek. (Artikel 24, vernietigd bij arrest van de Raad van State op 13-10-1987)
Betrekkingen met de andere architecten
De architect geeft blijk van collegialiteit en loyauteit. Hij beoordeelt het werk van zijn confraters in alle objectiviteit en moet eveneens aanvaarden dat zijn werk in dezelfde geest wordt beoordeeld door zijn confraters. In het algemeen onthoudt hij zich van elke praktijk die zijn confraters in hun beroepssituatie zou schaden. (Artikel 25)
Samenwerking
Wanneer meerdere architecten samenwerken, voor het geheel of voor een gedeelte, aan de uitvoering van eenzelfde opdracht, of aan een opdracht als technisch raadgever, moeten hun betrekkingen doortrokken zijn van confraterniteit, in een volledige geest van samenwerking. (Artikel 27)


IV. ALGEMENE REGELS VAN TOEPASSING OP DE ARCHITECT DIE OPTREEDT ALS DESKUNDIGE TUSSEN PARTIJEN OF ALS TECHNISCH RAADGEVER

Art 1. Beroepspraktijk
Om te durven optreden in opdrachten die te maken hebben met bouwproblemen (bouwschade), moet de deskundige architect over een ruime beroepservaring beschikken als ontwerper, evenals over een gespecialiseerde en regelmatig actueel gehouden documentatie, over basisonderzoeksapparatuur en de kennis om de afgelezen resultaten perfecte kunnen interpreteren.
De deskundige architect zal er steeds voor zorgen zijn beroepsbekwaamheid in ruime zin op peil te houden, welke ook de soort opdrachten is die hij meestal aanvaardt.
Aldus zal de deskundige architect enkel opdrachten aanvaarden waarvoor hij de vereiste kwaliteiten denkt te bezitten. Toch mag hij zich laten bijstaan door een gespecialiseerde raadgever, voor zover hij in staat is de gegeven adviezen te begrijpen en te interpreteren.
Art 2. IJver bij het vervullen van de taak
De deskundige architect zal de hem toevertrouwde opdrachten vervullen met de nodige ijver, zodat de schade zoveel mogelijk beperkt wordt.
Hij zal er in het bijzonder op letten de nodige vaststellingen te doen die toelaten dat ofwel de herstellingswerken aangevat worden, ofwel de werf kan afgewerkt worden, ofwel het goed volledig kan in gebruik genomen worden.
Art 3. Discretie
De deskundige architect mag in geen geval gebruik maken van elementen waarvan hij kennis genomen heeft in het kader van het vervullen van zijn opdracht. Hij zal noch het verslag openbaar maken, noch stukken uit het dossier aan derden meedelen zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokken partijen.
Art 4. Onafhankelijkheid
De deskundige architect zal geen opdracht aanvaarden die hij niet in volledige onafhankelijkheid kan uitvoeren, daarbij zijn adviezen vormend op basis van zijn beroepsbekwaamheid en de objectieve vaststellingen gedaan in het kader van zijn opdracht. Hij zal onderaan zijn verslag vermelden dat het opgemaakt is in eer en geweten.
Art 5. Contacten met andere architecten en technische raadgevers
De deskundige architect zal ten allen tijde strikt onpartijdig zijn ten overstaan van de confraters die hij onvermijdelijk zal ontmoeten in het kader van de opdrachten die hem worden toevertrouwd.
Hij zal zijn adviezen geven op basis van feiten en niet van personen.
Terwijl hij zich onthoudt van elke vertrouwelijkheid zullen de contacten met zijn confraters en andere technische raadgevers gebaseerd zijn op respect en beleefdheid.


V. AANVULLENDE REGELS TOEPASSELIJK OP HET TEGENSTELBAAR DESKUNDIGENONDERZOEK

Art 1. Gronden tot wraking
Behoudens voorafgaandelijk akkoord van de partijen en behalve de gevallen voorzien in artikel 4 hierna, zijn de gronden tot wraking voorzien in artikel 966 van het Gerechtelijk wetboek van toepassing om gerechtelijke opdrachten en andere deskundigenonderzoeken tussen partijen te aanvaarden.
Behoudens voorafgaandelijk akkoord van de partijen en behalve de gevallen voorzien in artikel 4 hierna, zal degene die voorheen als architect voor één van de betrokken partijen is opgetreden zich nadien onthouden van de aanvaarding van elke opdracht tussen partijen.
Behoudens voorafgaandelijk akkoord van de partijen en behalve de gevallen voorzien in artikel 4 hierna, zal degene die al een opdracht als deskundige tussen partijen heeft vervuld zich nadien voor een periode van minstens vijf jaar onthouden van de aanvaarding van een architectuuropdracht voor de partijen, met uitzondering van tussenkomsten als deskundige tussen partijen. Hij mag, in dezelfde omstandigheden, tussenkomen als technisch raadgever voor één van de partijen, voor zover de betrokken belangen niet dezelfde partijen tegenover elkaar stellen.
Wanneer elk van de bij het geschil betrokken partijen een architect mag aanstellen in een college van deskundigen tussen partijen, mag hij die al opgetreden is voor één ervan aanvaarden om door deze aangeduid te worden.
Onafgezien van elke wettelijke grond tot wraking, zal de deskundige architect zich onthouden een opdracht te aanvaarden wanneer hij van oordeel is dat hij ze niet in alle onafhankelijkheid kan vervullen.
Wanneer een deskundige architect er zich rekenschap van geeft dat tijdens het vervullen van zijn opdracht als deskundige een grond tot wraking zou kunnen opduiken, zal hij de partijen ervan op de hoogte brengen vooraleer zijn opdracht verder te zetten.
Art 2. Procedure
Wanneer hij aangesteld wordt als gerechtelijk deskundige of scheidsrechter, zal de deskundige architect strikt de voor dat type van opdracht van toepassing zijnde wetten en reglementen naleven, zonder af te wijken van het gegeven kader.
Hij zal erover waken geen procedurefouten te begaan die kunnen leiden tot de nietigheid van zijn verslag.
Tenzij hij er uitdrukkelijk ontslag van gekregen heeft, zal de deskundige het verslag van zijn vaststellingen zo precies en snel als mogelijk meedelen in de vorm van preliminaria.
Art 3. Verhouding met de procespartijen
De deskundige belast met een opdracht zal alle partijen op voet van gelijkheid behandelen. Het is op deze manier dat de onafhankelijkheid, de objectiviteit en de evenwichtigheid van de deskundige de voorhand nemen op de deontologische regels, indien één of meerdere architecten als partij bij het proces betrokken zijn.
Art 4. Verhouding met technische raadgevers
De deskundige tussen partijen onderhoudt met de technische raadgevers, welke ook hun titels zijn, beleefde en op respect gebaseerde contacten. De term “confrater” is desalniettemin voorbehouden aan architecten, tenzij zij bij de zaak betrokken zijn als partij. De deskundige tussen partijen zal de beschikbaarheid van de technische raadgevers navragen en hun dezelfde stukken meedelen als de partijen.
Art 5. Verzekering
De architect die optreedt als deskundige tussen partijen verzekert zich tegen zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid. Hij waakt over het behoud en de discretie van de stukken die hem overhandigd werden in het kader van de hem toevertrouwde opdrachten en verzekert er de tegenwaarde van.


VI. AANVULLENDE REGELS BIJ HET VERVULLEN VAN EEN OPDRACHT ALS TECHNISCH RAADGEVER

Art 1. Gronden tot wraking
De architect die een opdrachten aanvaardt als technisch raadgever is ertoe gehouden zijn cliënt in te lichten indien hij voorheen al als architect of technisch raadgever is opgetreden voor één van de partijen die tegengestelde belangen kunnen hebben.
Zonder voorafgaandelijk akkoord van de cliënt moet de architect die een volledige of gedeeltelijke opdracht heeft aanvaard als architect voor de bouw of de verbouwing van een gebouw in opdracht van een bouwheer zich achteraf onthouden de verwervers van de constructie bij te staan ter gelegenheid van de oplevering van het geheel of een gedeelte.
De architect die door een promotor of een aannemer belast wordt met een volledige of gedeeltelijke opdracht als architect voor de oprichting van een gebouw, moet elke beheersopdracht over dat gebouw weigeren, wanneer dit geheel of gedeeltelijk in andere handen overgaat.
De architect die door een cliënt belast wordt met een volledige of gedeeltelijke opdracht als architect voor de oprichting van een gebouw, moet er zich van onthouden processen-verbaal van plaatsbeschrijving van belendende eigendommen op te stellen, evenmin als over te gaan tot nazicht en evaluatie na de werken, behalve voor die cliënt.
Art 2. Objectiviteit
De technisch raadgever zal zich, uit respect voor het beroep dat hij vertegenwoordigt en ter vrijwaring van zijn eigen faam, voorzichtig tonen in het onderzoek naar de waarheid, verslag uitbrengen van echte vaststellingen en aanverwante feiten, of bij ontstentenis daarvan, met bronvermelding, van de verklaringen die hem afgelegd werden. Hij stelt adviezen op gebaseerd op zijn eigen vaststellingen en op een onpartijdige analyse. Hij getuigt van zijn eerlijkheid onderaan zijn verslag.
Hij is zijn cliënt de waarheid verschuldigd.
Art 3. Rol als bemiddelaar
De architecten die opdrachten als technisch raadgever aanvaarden dienen in gedachten te houden dat het hun eerste plicht is de partijen te verzoenen.
Art 4. Verhouding met zijn confraters
In de mate van het mogelijke en vanaf het ogenblik dat de omstandigheden het toelaten, zal de technische raadgever de confraters die bij zijn opdracht betrokken zijn op de hoogte brengen van zijn tussenkomst.
Wanneer een architect die handelt als technisch raadgever een andere opvolgt, zal hij erover waken dat deze voor zijn prestaties vergoed is alvorens de opdracht te aanvaarden.
De architect of zijn rechthebbenden zullen de deskundige architect die hem opvolgt het volledige dossier overmaken, evenals alle documenten en nuttige inlichtingen die in hun bezit zijn.
Art 5. Verhouding met andere technische raadgevers
De architecten die optreden als technisch raadgever van verschillende partijen zullen erover waken artikel 27 van de Deontologische Code na te leven.
Zij zullen de gangbare regels en gebruiken toepassen, meer bepaald wat betreft de verdeling van de kosten aangaande plaatsbeschrijvingen.
Art 6. Vertrouwelijkheid
Wanneer een architect die tussenkomt als technisch raadgever uitdrukkelijk het vertrouwelijk karakter van zijn briefwisseling vermeldt, mag deze niet uitgebracht, gekopieerd of aan derden overgemaakt worden door zijn tegenstrever.


Goedgekeurd door de Commissie Deontologie van het NCDAB in haar zitting van 29 oktober 1998;
project voorgelegd aan de NROA om te worden geïntegreerd in de deontologie van de architect.
Robert DOYEN, Jo F. DRAPS, Jean-François FONTAINE, Luc RIMANQUE
Raf BERNAERS, Jean BOLAND, Pierre FRANCOTTE, Luc LE CLERCQ,
Wouter NEVEN, Luc VAN MULDERS.

Statuten

 

Nederlandstalig Collegevan Deskundigen Architecten van België vzw
NCDAB vzw

Havenlaan 86c b113, 1000 Brussel

Ondernemingsnummer: 0465.709.074

 

AKTE COÖRDINATIE STATUTEN

De algemene vergaderingvan 25 januari 2019, geldig samengeroepen en beschikkend over de nodigeaantallen inzake aanwezigheid en meerderheid, heeft in haar zitting besloten wijzigingen aan de statuten door te voeren. De nieuwe gecoördineerde tekst van statuten luidt hierdoor als volgt:

 

TITEL I: NAAM – ZETEL – DOEL – DUUR

ARTIKEL 1 –NAAM

De vereniging wordt aangegaan onder de rechtsvorm van een vereniging zonder winstoogmerk en draagt de naam “VZW Nederlandstalig College van Deskundigen Architecten van België”(afgekort VZW “NCDAB”).

 

ARTIKEL 2 – ZETEL

De zetel van de vereniging is gevestigd te Tour & Taxis, Havenlaan 86Cb113, 1000 Brussel en ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement Brussel.

Hij kan slechts verplaatst worden door de algemene vergadering mits deze bovendien de regels in acht neemt zoals vereist voor een statuutswijziging en beschreven in deze statuten.

 

ARTIKEL 3 –DOEL

De vereniging heeft met name tot doel :

  • de architecten-deskundigen en de andere aangesloten deskundigen de mogelijkheid te bieden om de middelen tot vorming, vervolmaking en bijscholing van hun technische en juridische kennis, nodig voor de uitoefening van hun opdrachten, te organiseren en in stand te houden;
  • de uitoefening en het volbrengen van de opdrachten van de architecten-deskundigen en de andere aangesloten deskundigen te vergemakkelijken door het meedelen van alle nuttige inlichtingen;
  • de Orde van Architecten en erkende beroepsverenigingen, belast met de morele en de materiëlebelangen van hun leden,raad te geven;
  • alle architecten-deskundigen en de andere aangesloten deskundigen te informeren over de lessen die gehaald werdenuit de opdrachten van deskundigen, die aan de architecten-deskundigen en de andere aangesloten deskundigen werden toevertrouwd;
  • het organiseren van alle soorten van activiteiten, ten gunste van de architecten-deskundigen en de andere aangesloten deskundigen;
  • het informeren van het grote publiek over de voorschriften en de modaliteiten van het deskundigenonderzoek;
  • het in stand houden van de strikte en nauwgezette inachtneming tussen de ledenvan de hierboven vermelde VZW’svan de regels van deze tak van hun beroep, zoals deze met betrekking tot hun aanstellingen en hun opdrachten als deskundige;
  • het vertegenwoordigen van de leden bij de regionale en lokale autoriteiten;
  • het beheren van de ledenlijsten.

Zij kan alle initiatieven nemen die rechtstreeks of onrechtstreeks met dat doel te maken hebben;

Zij kan meer bepaald haar medewerking verlenenen zich interesseren voor elke activiteit gelijk aan haar doel.

Zij mag eveneens alle activiteiten ondernemendie dit doel kunnen bevorderen. Zij kan in die zin ook, dochslechts op bijkomstige wijze, handelsdaden stellen, enkel voor zover de opbrengst hiervan besteed wordt aan het doel waarvoor zij werd opgericht.

 

ARTIKEL 4 –DUUR

De vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, doch kan evenwel te allentijde ontbonden worden.

 

TITEL II: VERHOUDING TOT HET NATIONAAL COLLEGE VAN DESKUNDIGEN ARCHITECTEN VAN BELGIËEN ASBL CEAB

ARTIKEL 5 –GEMEENSCHAPPELIJK BELANG

Teneinde bepaalde kwesties van gemeenschappelijk belang te regelen, plegen VZW“NCDAB”en ASBL“CEAB”overleg in de schoot van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, waar zij beslissingen nemen aangaande de volgende materies:

  • het vertegenwoordigen van de leden van de hierboven vermelde VZW’sbij de verschillende Belgische rechtsmachten en administratieve gezagsorganen;
  • het openen en in stand houden van dialoog met de federale Overheidsdienst Justitie, de magistraten en de juristen, hetgeen nodig is voor de beste samenwerking van de deskundige architect in de rechtsbedeling in België; 
  • het vertegenwoordigen van de leden van de hierboven vermelde VZW’sbij de Nationale Raad van de Orde van Architecten (NROA), het InternationaalCollege van Deskundigen-Architecten (ICDA), de Federatie van Belgische Experten-verenigingen(FEBEX), enz. en het behartigen van de contacten met deze verenigingen; Indien, omwille van om het even welke reden, de Nationale Raad van de Orde van Architecten zou verdwijnen, dan zullen de hierboven vermelde VZW’shun eigen leden vertegenwoordigen binnen de regionale Raden;
  • het behartigen van de contacten en de commerciëleoperaties met de uitgevers, met verzekeringsmaatschappijen, enz.
  • het regelmatig publiceren en verspreiden van de ledenlijsten van de hierboven vermelde VZW’swaarbij iedere VZW zijn eigen uitgifte verzorgt en vrijbepaalt waar deze wordt gedrukt;
  • het harmoniseren van de door de leden van de hierboven vermelde VZW’ste betalen lidmaatschapsvergoeding;
  • het in stand houden van de strikte en nauwgezette inachtneming tussen de leden van de hierboven vermelde VZW’svan de regels van deze tak van hun beroep, zoals deze met betrekking tot hun aanstellingen en hun opdrachten als deskundige;
  • het eventueel aanduiden van de juridische raadgever van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België; 
  • het creërenvan een eigen website op het Internet voor het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, met een link naar de websites van de hierboven vermelde VZW’s.

VZWNCDAB en ASBLCEAB zullen overleg kunnen plegen en gezamenlijke beslissingen kunnen nemen betreffende andere, niet in deze lijst opgenomen onderwerpen en dit op basis van een beslissing genomen door hun algemene vergadering.

 

ARTIKEL 6 –LIDMAATSCHAP NATIONAAL COLLEGE

Het Nationaal College van Deskundigen Architecten van Belgiëbestaat uit leden met beslissingsbevoegdheid en uit toetredende leden.

Er zijn zes leden met beslissingsbevoegdheid: de Voorzitter van elk van de VZW’s, twee personen te kiezen tussen de Vicevoorzitter, de Penningmeester en de Secretaris van VZW “NCDAB”en twee personen te kiezen tussen de Vicevoorzitter, de Penningmeester en de Secretaris van ASBL “CEAB”.

Enkel de leden van het Nationaal College van Deskundigen Architecten vanBelgiëmet beslissingsbevoegdheid worden individueel per brief of per mail opgeroepen tot de vergaderingen van de nationale Commissie. Zij zijn de enigen met stemrecht in de nationale Commissie.

Alle leden van VZW “NCDAB”en van  ASBL “CEAB ”,met uitzondering van de leden van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van Belgiëmet beslissingsbevoegdheid, zijn toetredende leden.

De toetredende leden en de eventuele juridische raadgever van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, alsook de juridische raadgevers van VZW “NCDAB”en  ASBL “CEAB ”kunnen de vergaderingen van de nationale Commissie bijwonen als toehoorders. Het is hen toegelaten deel te nemen aan de debatten zonder dat zij daarbij over een stemrecht beschikken.

De nationale Commissie wordt alternerendvoorgezeten door de Voorzitter van VZW “NCDAB”en door de Voorzitter van ASBL “CEAB ”.Het mandaat van de Voorzitter heeft een duurtijd van vier jaar. Het eerste voorzitterschap van de nationale Commissie komt toe aan de Voorzitter van VZW “NCDAB”dewelke zijn functie zal aanvatten op 1 januari 2007.

 

ARTIKEL 7 –BESLISSING NATIONAAL COLLEGE

VZW “NCDAB”en  ASBL “CEAB ”plegen, in de schoot van de nationale Commissie van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, overleg en nemen er alle gemeenschappelijke beslissingen over de in artikel 3 van de onderhavige statuten voorziene onderwerpen.

Deze gemeenschappelijke beslissingen worden daarop, binnen de 15 dagen, overgemaakt aan de twee VZW’s.

De twee VZW’szullen enkel verbonden zijn door deze gemeenschappelijke beslissingen genomen in de schoot van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van Belgiëna goedkeuring van deze beslissingen door hun respectievelijke raad van bestuur.

Deze goedkeuring dient ten spoedigste te wordengegeven en te worden overgemaakt aan de Nationale Commissie van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van Belgiëen dit uiterlijktwee maanden na de overmaking van de beslissing.

Ook in geval van niet-goedkeuring zullen de VZW’serop toezien dat de Nationale Commissie van het Nationaal College van Deskundigen Architecten wordt verwittigd binnen de hierboven genoemde termijn.

Indien één of beide VZW’sin gebreke blijven de beslissing tot goedkeuring of niet-goedkeuring van de beslissing genomen in de schoot van de Nationale Commissie van het NCDAB, binnen de hierboven genoemde termijn, over te maken aan de Nationale Commissie van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, wordt de beslissing genomen in de schoot van de Nationale Commissie van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van Belgiëbeschouwd als goedgekeurd.

 

TITEL III: LEDEN

ARTIKEL 8 –LIDMAATSCHAP NCDAB VZW

Het aantal leden is onbeperkt, maar moet ten minste acht bedragen. De oprichters zijn de eerste effectieve leden. De vereniging kan effectieve leden, emeritus leden, stage doendeleden, gecoöpteerdeleden, ereleden, corresponderendeen sympathiserende leden tellen.

  1. Alseffectieve leden, zowel privaat als gerechtelijk, worden toegelaten de kandidaten, die sedert minstens vijf jaar ingeschreven zijn op éénder tabellen van de Orde van Architecten, de stagejaren niet begrepen, die de cursus,georganiseerd door de vzw NCDAB, hebben gevolgd en het bewijs leveren van hun bekwaamheid als architect expert, privéof gerechtelijk, goedgekeurd door de aanvaardingscommissie en die de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.
     
  2. Als stage doendeleden worden toegelaten de kandidaten, die sedert minstens vijf jaar ingeschreven zijn op één der tabellen van de orde van Architecten, de stagejaren niet inbegrepen en die zich ertoe verbinden alles in het werk te stellen om binnen de vijf jaar wel aan alle nodige voorwaarden tot erkenning als effectief lid te voldoen. Daarnaast moeten zij de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.
    De stage doendeleden kunnen dit statuut van stage doendeleden slechts behouden voor een periode van maximaal vijf jaar. Elk stage doendlid dat, bij het verstrijken van deze periode, niet zou zijn toegelaten als effectief lid, zal worden beschouwd als ontslagnemend.
     
  3. Als gecoöpteerdeleden worden toegelaten de kandidaten, die niet ingeschreven zijn in de tabellen van de orde van architecten, maar de cursus hebben gevolgd, georganiseerd door  de vzw NCDAB, en het bewijs leveren van hun bekwaamheid gedurende minstens vijf jaar als expert in het bouwgebeuren, goedgekeurd door de aanvaardingscommissie, en de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.

    Meer in het bijzonder kunnen, onder meer, als gecoöpteerdeleden worden beschouwd:
    1. Architecten en ingenieurs die niet ingeschreven zijn op éénder tabellen van de Orde van Architecten;
    2. Ingenieurs in de Burgerlijkeof IndustriëleBouwkunde;
    3. Ingenieurs in de technieken die aanverwant zijn met bouwkunde;
    4. Deskundigen die gespecialiseerd zijn in de bouwkunde en aanverwante technieken.
       
  4. Alsereleden worden toegelaten de effectieve leden, die ophouden met hun activiteiten als deskundige en die worden erkend voor de handelingen die zij hebben gesteld in het belang van de vzw.
     
  5. Als corresponderende leden worden toegelaten alle personen die door hun beroepsactiviteitenverwant zijn met de bouwkunde en aanverwante technieken en die wensen deel te nemen aan de activiteiten van de vzw en de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.
     
  6. Alssympathiserende leden worden toegelaten alle personen met beroepsactiviteiten niet verwant met bouwkunde, die wensen deel te nemen aan de activiteiten van de vzw en de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.
     
  7. Als emeritus leden worden beschouwd, de effectieve leden die, en minstens 25 jaar geldig zijn ingeschreven geweest op de tabel van de Orde van Architecten, en minstens 10 jaar ononderbroken effectief lid geweest zijn van het NCDAB en die de jaarlijkse bijdrage betalen zoals bepaald in artikel 12 van de onderhavige statuten.

De effectieve leden, emeritus leden, gecoöpteerdeleden en de stage doendeleden beloven de deontologie in acht te nemen van het beroep en meer bepaald die welke door de vzw werd opgesteld in verband met het deskundigenonderzoek.

 

ARTIKEL 9 – STATUUT VAN DE LEDEN

De volheid van het lidmaatschap komt uitsluitend toe aan de effectieve leden en de emeritus leden.

De wettelijke bepalingen zijn alleen op de effectieve leden en de emeritus leden toepasselijk.

De gecoöpteerdeleden, ereleden, stagiairs, corresponderende en de sympathiserende leden zijn enkel aangesloten om te genieten van de activiteiten van de vzw. Ze hebben geen stemrecht op de algemene vergadering. De rechten en verplichtingen van de ereleden, de gecoöpteerdeleden, corresponderende en van de sympathiserende ledenworden ingeschreven in een huishoudelijk reglement.

Worden opgenomen op het ledenregister:

  • Alle effectieve leden, zowel privaat als gerechtelijk
  • Alle emeritusleden
  • Alle gecoöpteerde leden

Van elk lid, zowel effectief lid als stage doendlid, erelid, gecoöpteerd lid, corresponderend lid, sympathiserend lid of emeritus lid, wordt verwacht dat actief wordt deelgenomen aan de organisatie van de vereniging.

 

ARTIKEL 10 –KANDIDAATSTELLING LIDMAATSCHAP

Elkeen, die lid wenst te worden op het ledenregister, dient een schriftelijke aanvraag te richten aan de raad van bestuur, samen met zijn ter aanvaarding voor te leggen dossier, en betaalt een éénmalige administratiekost. De kandidatuur wordt daarop door de raad van bestuur voorgelegd aan de aanvaardingscommissie.

De aanvaardingscommissie onderzoekt de kandidatuur op haar eerstvolgende vergadering en geeft daarover een advies. Dit advies is raadgevend. Dit advies wordt ter kennis gebracht aan de raad van bestuur.

Over de toelating van een nieuw lid wordt beslist door de raad van bestuur bij meerderheid van drie vierden van de bestuurders, waarbij de meerderheid van de bestuurders aanwezig moet zijn. De beslissing wordt overgemaakt aan de kandidaat.

De niet-toegelaten kandidaat kan zich opnieuw aanbiedenna verloop van éénjaar te rekenen vanaf de datum van de weigeringsbeslissing van de raad van bestuur.

 

ARTIKEL 11 –CATEGORIEËN LEDEN

De raad van bestuur kan, onder door haar te bepalen voorwaarden, ook andere categorieënonder de leden creëren. Hun rechten en plichten zijn vermeld in het huishoudelijk reglement.

 

ARTIKEL 12 –FINANCIËLE BIJDRAGEN

De effectieve leden, emeritus leden, de gecoöpteerdeleden,de stage doendeleden, de corresponderende leden en de sympathiserende leden betalen een jaarlijkse bijdrage per categorie, waarvan het bedrag wordt vastgelegd door de algemene vergadering. 

De ereleden worden vrijgesteld van de betaling van deze jaarlijkse bijdrage.

 

ARTIKEL 13 –UITTREDING LEDEN

Elk lid kan te allen tijde uit de vereniging treden. Het ontslag moet aan de raad van bestuur ter kennis worden gebracht. Het ontslagnemend lid is niet vrijgesteld van de betaling van de bijdrage, verschuldigd voor het jaarwaarin hij uit de vereniging treedt.

Kan worden geacht ontslagnemend te zijn, het toegetreden lid dat in gebreke blijft de bijdrage te betalen gedurende een termijn van meer dan zes maanden, te rekenen vanaf de datum van de aangetekende zending die hem ter herinnering van de betaling van de bijdrage werd verstuurd.

Tot aan de beslissing van de algemene vergadering, kan de raad van bestuur de leden schorsen die zich schuldig gemaakt hebben aan een grove inbreuk op de statuten of op de eer- en welvoeglijkheidsregels, evenals de leden die geschrapt zijn van de tabel van de Orde van Architecten of van de lijst van stagiairs.

 

ARTIKEL 14 –GEEN DEELNAME IN HET VERMOGEN VAN DE VERENIGING

Uittredende of uitgesloten leden en hun rechtsopvolgers hebben geen deel in het vermogen van de vereniging, en kunnen derhalve ook nooit teruggave of vergoeding voor gestorte bijdragen of gedane inbrengsten vorderen.

 

TITEL IV: DE RAAD VAN BESTUUR

ARTIKEL 15 –AANTAL LEDEN

De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur van tenminste acht en maximum 12 effectieve of emeritus leden. Indien de algemene vergadering slechts acht leden telt, bestaat de raad van bestuur uit slechts vier personen. In ieder geval moet het aantal bestuurders steeds lager zijn dan het aantal leden van de algemene vergadering.

 

ARTIKEL 16 –Duur van het mandaat van de bestuurders

De bestuurders worden benoemd voor een duur van vier jaar. Om de twee jaar zal de helft van de bestuursleden terug herverkiesbaar worden. 

Het mandaat van de bestuurders mag onbeperkt worden vernieuwd op voorwaarde dat hun functie binnen de raadvan bestuur verandert.

Indien daarentegen de bestuurder dezelfde functie binnen de raad van bestuur behoudt, kan het mandaat van deze bestuurder slecht een enkele keer worden vernieuwd. Van deze beperking kan slechts door de algemene vergadering en ten uitzonderlijketitel worden afgeweken.

 

ARTIKEL 17 –Wijze van benoeming en bezoldiging van de bestuurders

Als bestuurders kunnen worden aangeduid de effectieve leden en de emeritusleden. De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering met een gewone meerderheid ongeacht het aantal aanwezige en/of vertegenwoordigde leden. De bestuurders oefenen hun mandaat kosteloos uit, doch de kosten die worden gemaakt in de uitoefening van het mandaat mogen worden terugbetaald. De akten betreffende de benoeming van de bestuurders moeten neergelegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel en moeten binnen de dertig dagen na de neerlegging (bij uittreksel) bekendgemaakt worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

ARTIKEL 18 –Ambtsbeëindiging en afzetting van de bestuurders

Het mandaat van de bestuurders eindigt door afzetting door de algemene vergadering, door vrijwillig ontslag, door het verstrijken van het mandaat (in voorkomend geval), door overlijden of ingeval van wettelijke onbekwaamheid.

De afzetting door de algemene vergadering wordt beslist bij gewone meerderheid van het aantal aanwezige en/of vertegenwoordigde leden. Het moet evenwel uitdrukkelijk vermeld wordenop de agenda van de algemene vergadering.

Een bestuurder die vrijwillig ontslag neemt, moet dit schriftelijk bekendmaken aan de raadvan bestuur. Dit ontslag gaat onmiddellijk in tenzij door dit ontslag het minimum aantal bestuurders onder het statutaire minimum is gedaald. In dit geval, moet de raadvan bestuur binnen de twee maanden de algemene vergadering bijeenroepen, welke in de vervanging van de betrokken bestuurder dient tevoorzien en hem daarvan ook schriftelijk in kennis zal stellen.

De akten betreffende de ambtsbeëindigingen de benoeming van de bestuurders moeten neergelegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel en moeten binnen de dertig dagen na de neerlegging (bij uittreksel) bekendgemaakt worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

ARTIKEL 19 –Bevoegdheden van de bestuurders

De raad van bestuur leidt de zaken van de vereniging en vertegenwoordigt deze in en buiten rechte. Deze is bevoegd voor alle aangelegenheden, met uitzondering van die welke uitdrukkelijk door de Wet aan de algemene vergadering zijn voorbehouden. Hij treedt op als eiser en verweerder, in alle rechtsgedingen en beslist over het al dan niet aanwenden van rechtsmiddelen.

De raad van bestuur benoemt en ontslaat de leden van het personeel en bepaalt hun bezoldigingen.

De raad van bestuur oefent zijn bevoegdheden uit als college.

De raadvan bestuur kan slechts geldig beslissen indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of de stem van diegene die hem vervangt doorslaggevend.

 

ARTIKEL 20 –BIJEENROEPING RAAD VAN BESTUUR

De raad van bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter of door twee bestuurders.

De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter. Indien deze belet of afwezig is, wordt de vergadering voorgezeten door de vicevoorzitter en bij diens afwezigheid door de oudste van de aanwezige bestuurders.

 

ARTIKEL 21 –NOTULEN

Van elke vergadering van de raadvan bestuur worden notulen opgesteld. Deze worden bijgehouden in een klassement. De uittreksels die moeten worden overgelegd en al de andere akten worden geldig ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Bij ontstentenis van deze bestuurders kunnen twee andere bestuurders deze documenten geldig ondertekenen.

 

ARTIKEL 22 –DAGELIJKS BESTUUR

De raad van bestuur kan, indien hij dit nodig oordeelt, een afgevaardigd-bestuurder of directeur benoemen, die met het dagelijks bestuur wordt belast. Deze verzorgt de lopende zaken en de dagelijkse briefwisseling en tekent geldig namens de vereniging tegenover het Bestuur der Postchecks, de openbare en private bankinstellingen en alle andere instellingen.

 

ARTIKEL 23 –JURIDISCH RAADGEVER

De raad van bestuur kan een juridische raadgever aanstellen. Deze juridische raadgever mag aanwezig zijn op de vergaderingen van de raad van bestuur en deelnemen aan de debatten.

 

ARTIKEL 24 –MACHTIGINGEN

Bestuurders die namens de vereniging optreden, moeten ten aanzien van derden niet doen blijken van enig besluit of van enige machtiging.

 

ARTIKEL 25 –Bureau van de raad van bestuur

De raad van bestuur kiest onder zijn bestuurders een bureau, bestaande uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris, een penningmeester en eventueel een communicatie verantwoordelijke. 

Hun benoeming gebeurt eenmalig om de vier jaar door de raad van bestuur bij gewone meerderheid, die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is.

De voorzitter, die de bevoegdheid heeft de vereniging te vertegenwoordigen en in naam van de vzw diens handtekening te plaatsen, vertegenwoordigt de vzw bij alle burgerrechtelijke en administratieve handelingen en, in voorkomend geval, in rechte. Hij roept de algemene vergaderingen bijeen en de vergaderingen van de raad van bestuur.

De secretaris is belast met het bijhouden of laten bijhouden van alles wat de correspondentie en de archieven aanbelangt en het opstellen of laten opstellen van de processen-verbaal van de vergaderingen van de raad van bestuur en van de algemene vergadering. Hij houdt het register bij van de leden, zoals voorzien in de wet, en verzekert de naleving van de voorgeschreven formaliteiten.

De penningmeester is belast met het bijhouden of het laten bijhouden van de boekhouding van de vzw. Hij ontvangt of laat ontvangen de inkomsten, hij voert elke betaling uit of laat deze uitvoeren en bewaart de bewijsstukken of laat de bewijsstukken bewaren. Hij neemt allenodige maatregelen teneinde de ontvangsten te verzekeren. Hij stelt de boekhouding en de begroting van de vzw, alsook haar financiëlesituatie voor aan en laat deze goedkeuren door de algemene vergadering.

De communicatie verantwoordelijke is belast met de publicatie van het ledenregister op de website, evenals het onderhoud van deze laatste. Alle notulen van de vzw laat hij opslaan op een database, geordend per dossier. Hij is ook verantwoordelijk uitgever van het jaarboek van de vzw.

 

ARTIKEL 26 – Ambtsbeëindiging – Verhindering – lid van het bureau van de raad van bestuur

De ambtsbeëindigingvan de voorzitter, de vicevoorzitter, de secretaris, de penningmeester en de communicatie verantwoordelijke kan geschieden

  1. op vrijwillige basis door de gemachtigde zelf door een schriftelijk ontslag in te dienen bij de raadvan bestuur;
  2. door afzetting door de raad van bestuur bij gewone meerderheid die hieromtrent geldig beslist indien de meerderheid van de bestuurders aanwezig is. De beslissing hieromtrent door de raad van bestuur moet evenwel binnen de zeven kalenderdagen bij aangetekend schrijven ter kennis gebracht worden aan de betrokkene.

Wanneer binnen de raadvan bestuurgeen overeenkomst/akkoord bestaat over de samenstelling van het bureau, is volgend artikel van toepassing:

Bij ambtsbeëindigingvan de voorzitter, neemt de vicevoorzitter automatisch alletaken van de voorzitter waar tot aan de volgende verkiezingen van de raad van bestuur. Indien de vicevoorzitterom een of andere reden verhinderd is of weigert deze taken op zich te nemen, worden deze taken waargenomen door de secretaris tot aan de volgende verkiezingen van de raad van bestuur. Indien de secretaris om een of andere reden verhinderd is of weigert deze taken op zich te nemen, worden dezetaken waargenomen door de penningmeester tot aan de volgende verkiezingen van de raad van bestuur.

Bij ambtsbeëindigingvan de vicevoorzitter, de secretaris, de penningmeester of de communicatie verantwoordelijke worden hun respectievelijke taken tot aan de volgende verkiezingen van de raad van bestuur toevertrouwd aan een ander lid van het bureau van de raad van bestuur, zoals aangeduid door de voorzitter of zijn vervanger.

Iederlid van het bureau van de raadvan bestuur behoudt de taken verbonden aan zijn oorspronkelijke functie indien hij de taken van een ander lid van het bureau van de raad van bestuur overneemt.

Bovenvermelde rangorde wordt eveneens toegepast indien de voorzitter, de vicevoorzitter, de secretaris of de penningmeester op korte of op langetermijn verhinderd zijn hun ambt waar te nemen. Deze verhindering kan onder meer het gevolg zijn van ziekte, vakantie, toeval of eender welke andere vreemde oorzaak. Zodra deze verhindering ophoudt te bestaan, herneemt ieder lid van het bureau van de raad van bestuur zijn eigen functie.

De akten betreffende de ambtsbeëindigingen de benoeming van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen, moeten neergelegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel en moeten binnen de dertig dagen na de neerlegging (bij uittreksel) bekendgemaakt worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

De gevolmachtigden oefenen hun bevoegdheden afzonderlijk of gezamenlijk uit.

 

TITEL V: DE ALGEMENE VERGADERING

ARTIKEL 27 –STEMGERECHTIGDEN ALGEMENE VERGADERING

De algemene vergadering is samengesteld uit alle effectieve leden en de emeritus leden, voor zover zij de bijdrage hebben betaald, en wordt voorgezeten door de voorzitter van de raadvan bestuur en bij afwezigheid door de vicevoorzitter enbij diens afwezigheid door de oudste van de aanwezige bestuurders.

Een lid kan zich echter door een ander effectief lid of een emeritus lid op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen. Een lid kan evenwel slechtséénander lid vertegenwoordigen. Elk lid beschikt slechts over éénstem op de algemene vergadering.

 

ARTIKEL 28 –BEVOEGDHEDEN ALGEMENE VERGADERING

De algemene vergadering is uitsluitend bevoegd voor:

  • het wijzigen van de statuten,
  • de benoeming en de afzetting van de bestuurders,
  • de kwijting aan de bestuurders,
  • de goedkeuring van de begroting en van de rekening,
  • de vrijwillige ontbinding en de vereffening van de vereniging,
  • de uitsluiting van een lid van de vereniging,
  • de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk,
  • de benoeming en de uitsluiting van een lid van de aanvaardingscommissie,
  • de uitbreiding van de gevallen waarin VZW ”NCDAB”en  ASBL “CEAB ”overleg kunnen plegen en gezamenlijke beslissingen kunnen nemen in de schoot van het Nationaal College van Deskundigen Architecten van België, 
  • alle gevallen waarin deze statuten het vereisen.

 

ARTIKEL 29 –GELDIGHEID BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING

De algemene vergadering wordt geldig bijeengeroepen door de raad van bestuur of door de voorzitter telkens als het doel van de vereniging zulks vereist.

Zij moet ten minste éénmaal per jaar worden bijeengeroepen voor het goedkeuren van de rekeningen van het afgelopen jaar en voor de begroting van het komend jaar.

 

ARTIKEL 30 –DATUM ALGEMENE VERGADERING

De algemene vergadering wordt gehouden tussen 1 december van het lopende boekjaar en 1 maart van het daarop volgende jaar. De financiëlegoedkeuringen kunnen slechts gebeuren na 31 december van het lopende boekjaar.

 

ARTIKEL 31 –VRAAG OM ALGEMENE VERGADERING DOOR EFFECTIEVE LEDEN

De raadvan bestuur is bovendien verplicht de algemene vergadering samen te roepen wanneer 1/5 van de effectieve leden en emeritus leden daartoe een verzoek richt aan de raadvan bestuur en dit per brief waarin de te behandelen agendapunten zijn vermeld. In dit geval is de raadvan bestuur verplicht de algemene vergadering samen te roepen binnen de 15 werkdagen met vermelding op de agenda van de gevraagde agendapunten.

 

ARTIKEL 32 –OPROEPING TOT ALGEMENE VERGADERING

De oproepingen tot de algemene vergadering moeten om geldig te zijn, ondertekend wordendoor de voorzitter, of twee bestuurders. Alle effectieve leden en alle emeritus leden moeten worden opgeroepen per gewone brief, email, per fax of per aangetekende brief ten minste acht werkdagen voor de vergadering.

 

ARTIKEL 33 –VERMELDINGEN BIJ DE OPROEPING

De oproeping, die plaats, dag en uur van de vergadering vermeldt, bevat de agenda, diewordt vastgelegd door de raadvan bestuur. Elk onderwerp dat schriftelijk wordt voorgedragen door 1/20 van de effectieve en emeritus leden, moet eveneens op de agenda worden vermeld. Dit onderwerp moet uiteraard door 1/20 van de effectieve en emeritus leden ondertekend zijn en ten minste twee werkdagen voor de vergadering aan de voorzitter van de raad van bestuur overhandigd zijn. Onderwerpen die niet op de agenda staan, kunnen in geen geval behandeld worden.

 

ARTIKEL 34 –BESLUITVORMING

In gewone gevallen, behalve andersluidende bepalingen in de statuten, worden de besluiten genomen bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter of diegene die op dat ogenblik de vergadering voorzit.

 

ARTIKEL 35 –Statutenwijziging

Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten indien die wijziging gedetailleerd op de agenda is vermeld en indien ten minste 2/3 van de effectieve en emeritus leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Wordt dit getalniet bereikt dan kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, zoals door deze statuten is bepaald, en waarop deze vergadering een geldig besluit zal kunnen nemen, ongeacht het aantal aanwezigen. Deze tweede vergadering mag niet binnen de 15 kalenderdagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden. Voor elke statutenwijziging is bovendien een meerderheid van 2/3 der aanwezige of vertegenwoordigde stemmen vereist, ook op de tweede algemene vergadering. Tot wijziging van het doel van de vereniging kan slechts met een meerderheid van 4/5 van de stemmenworden besloten.

Van iedere statutenwijziging zullen de wijzigingen en de volledig gecoördineerdestatuten na deze wijziging neergelegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel. Binnen de 30 dagen na de neerlegging dient de wijziging (bij uittreksel) bekendgemaakt te worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

ARTIKEL 36 –ONTBINDING VAN DE VERENIGING

Bij vrijwillige ontbinding van de vereniging worden dezelfde regels als deze beschreven voor het wijzigen van de onderhavige statuten vereist.

 

ARTIKEL 37 –UITSLUITING LEDEN

Bij uitsluiting van een lid worden dezelfde regels toegepast als deze beschreven voor het wijzigen van de onderhavige statuten.

Bij afdoende gemotiveerde en geargumenteerde klachten van een of meerdere effectieve leden over een ander lid kan de raad van bestuur een onderzoek instellen tot uitsluiting van de beklaagde.

Hiertoe legt de raad van bestuur de klacht(en) voor aan de aanvaardingscommissie, die een onderzoek start naar de al dan niet gegrondheid ervan.

De aanvaardingscommissie brengt vervolgens, nadat zij het betreffend lid heeft gehoord en na degelijke analyse der grieven, gemotiveerd advies uit over de mogelijke uitsluiting van dit lid. Dit advies is louter raadgevend.

Dit gemotiveerd verslag wordt medegedeeld aan zowel de raad van bestuur als aan het betreffende lid.

Het kan per gewone post of per mail gebeuren.

Na volledige voltooiing van het onderzoek wordt op de eerstvolgende algemene vergadering een hoorzitting met stemming geagendeerd.

Het betreffende lid wordt vervolgens voor verhoor uitgenodigd op de algemene vergadering.

De voorzitter van de algemene vergadering, waarop zal worden gediscussieerd over de aanvraag tot uitsluiting, moet alle stemgerechtigde leden inlichten over de inhoud van het advies van de aanvaardingscommissie voordat kan worden overgegaan tot de hoorzitting. 

Nadien volgt de stemming omtrent dit punt van de agenda.

 

ARTIKEL 38 –NOTULEN

Van elke vergadering worden notulen gemaakt, die ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris en opgenomen worden in een bijzonder register. Dit register kan op de zetel van de vereniging door leden en belanghebbende derden worden ingezien. Uittreksels daarvan worden geldig ondertekend door de voorzitter en de secretaris of door twee bestuurders en bij ontstentenis hiervan door twee leden van de algemene vergadering.

 

 

TITEL VI: AANVAARDINGSCOMMISSIE

ARTIKEL 39 –SAMENSTELLING

De aanvaardingscommissie is samengesteld uit ten minste 3 en maximum 5 leden.
Ze worden gekozen uit leden die deel uitmaken of deel uitgemaakt hebben van het bestuur.
Ze worden verkozen door de algemene vergadering.  
Ze zijn te allen tijde afzetbaar.
Zij telt een commissievoorzitter en minstens twee commissieleden.
De vergadering komt samen, ofwel na oproeping van de bestuursvoorzitter, ofwel op eigen initiatief. 

De aanvaardingscommissie is belast met:
- het geven van een raadgevend advies bij elke aanvraag tot toetreding of tot uitsluiting. Dit advies wordt bij gewone brief of per mail ter kennis gebracht aan het betreffende lid en aan de raad van bestuur. De raad van bestuur geeft hieraan het nodige gevolg.
- het opvolgen van de permanente vorming van haar leden.
- de organisatie en het toezicht op de examens. 

 

TITEL VII: REKENINGEN EN BEGROTINGEN

ARTIKEL 40 –BOEKJAAR

Het boekjaar van de vereniging loopt van 1 januari tot 31 december.

De raad van bestuur sluit de rekeningen over het voorbije boekjaar afen bereidt de begroting van het komend boekjaar voor. Beide worden ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd die gehouden wordt voor één maart na afsluitingsdatum van het boekjaar.

 

ARTIKEL 41 –ONTVANGSTEN

De ontvangsten van de vereniging bestaan meer bepaald uit:

  • de bijdragen die worden overgemaakt door de effectieve leden, emeritus leden, de gecoöpteerdeleden, de stage doendeleden, de corresponderende leden en de sympathiserende leden;
  • de subsidies, giften en schenkingen die zij kan ontvangen;
  • uit alle andere ontvangsten die door haar kunnen verworven worden;
  • uit alle activiteiten georganiseerd door de vereniging.

 

TITEL VIII: ONTBINDING EN VEREFFENING

ARTIKEL 42 –ONTBINDING

Behoudens gevallen van gerechtelijke ontbinding en ontbinding van rechtswege kan slechts de algemene vergadering tot ontbinding besluiten indien 2/3 van de effectieve en de emeritus leden op de algemene vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en er bovendien een 4/5 meerderheid akkoord is om de vereniging vrijwillig te ontbinden. Het voorstel tot vrijwillige ontbinding van de vereniging moet uitdrukkelijk op de agenda van de algemene vergadering vermeld worden.

Zijn geen 2/3 van de leden op deze algemene vergadering aanwezig of vertegenwoordigd, dan moet een tweede algemene vergadering worden bijeengeroepen die geldig beraadslaagt ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden maar mits een 4/5 meerderheid wordt akkoord gevonden om de vereniging vrijwillig te ontbinden. Deze tweede vergadering mag niet binnen de 15 kalenderdagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden.

 

In geval van vrijwillige ontbinding benoemt de algemene vergadering, of bij gebreke daarvan, de rechtbank, éénof meer vereffenaars. Zij bepaalt tevens hun bevoegdheid alsmede de vereffeningsvoorwaarden.

De activa zullen, na aanzuivering van de passiva, worden overgedragen aan een vereniging met een belangelozedoelstelling. De algemene vergadering zal beslissen over de exacte bestemming van de activa.

Van de ontbinding zal het ontbindingsbesluit, de benoeming en de ambtsbeëindigingvan de vereffenaars neergelegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel. Binnen de 30 dagen na de neerlegging dient dit ontbindingsbesluit, de benoeming en de ambtsbeëindigingvan de vereffenaars bij uittreksel bekendgemaakt te wordenin de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

ARTIKEL 43 –NIET VOORZIEN IN DE STATUTEN  

Voor alles wat in deze statuten niet is voorzien of geregeld, blijft de Wet van 27 juni 1921 gewijzigd door de wet van 2 mei 2002 toepasselijk.

 

TITEL IX: REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE

ARTIKEL 44 –REGLEMENT

De raad van bestuur stelt een reglement van inwendige orde op. Dit huishoudelijk reglement van inwendige orde wordt aan de algemene vergadering voorgelegd. Dit huishoudelijk reglement heeft tot doel de verschillende, niet in de onderhavige statuten voorziene punten te preciseren, met name deze betreffendede interne organisatie van de vzw de deontologie van de deskundige en de beroepsmogelijkheden bij een ontslag van een lid.

 

Opleiding en Permanente vorming

Gelet op het belang dat opdrachtgevers hechten aan de kennis en de kunde van deskundigen heeft FEBEX een puntensysteem op punt gesteld om de bijscholing te kunnen opvolgen van de leden van haar aangesloten verenigingen.

De permanente vorming en bijscholing bestaat in het zich regelmatig verder bekwamen in technische, administratieve en praktijk ondersteunende materies door het volgen van erkende lessen of door het leveren van daarmee gelijkwaardig geachte prestaties.  Deze lessen of prestaties leveren punten op zoals hierna bepaald. De erkende lessen omvatten cursussen, seminaries, studiedagen, congressen en workshops, die aanvaard zijn als permanente vorming; zij kunnen georganiseerd zijn door instellingen, verenigingen of bedrijven (vb. ABEX, KVIV, KRID, WTCB, NCDAB, KGSO, NAV…).

De gelijkwaardig geachte prestaties omvatten het doceren van erkende cursussen, het geven van erkende causerieën, het spreken op erkende studiedagen, congressen, seminaries of workshops, het publiceren over deskundigenonderzoek of praktijk ondersteunende materies in binnen- of buitenlandse tijdschriften.

Er moeten per kalenderjaar minstens 16 punten behaald worden, waarvan minstens de helft in verband met de eigen specialiteitenkennis van de deskundige.  Het saldo betreft vorming in verband met de hoedanigheid van optreden.  Dit betekent niet dat ieder jaar voor elke specialiteit punten behaald moeten worden. De punten worden als volg verleend:

  • het volgen van een lesuur levert 1 punt op
  • een volledige studiedag van minstens 6 lesuren levert 8 punten op
  • het doceren van een lesuur levert 2 punten op
  • het publiceren van een wetenschappelijk artikel levert 3 punten op
  • een jaarabonnement op een technisch tijdschrift levert 1 punt op
  • de aanschaf en lezing van een wetenschappelijk werk levert 1 punt op.

Een overschot, zowel als een tekort, van punten wordt eenmalig naar de volgende evaluatieperiode overgedragen.
Voor elk nieuw lid, dat aansluit in de loop van een evaluatieperiode, wordt het aantal punten bepaald pro-rata van de duur van het lidmaatschap.

Een lid dat het vereiste minimum aantal punten niet heeft gehaald, krijgt geen vermelding “voldoet aan permanente vorming” op onze website en ons jaarboek. In geval van betwisting oordeelt de aanvaardingscommissie. Wij vragen u voor 31 maart 2015, uw inlichtingen betreffende gevolgde opleidingen voor 2014 met bijhorende attesten, publicatiebewijs van een artikel, aankoopbewijzen van abonnementen en werken, enz. ,te mailen naar info@ncdab.be door gebruik te maken van ons formulier “permanente vorming” dat U terugvindt op onze website.